Een ondertoezichtstelling (ots) kan volgens de wet aan de orde zijn indien:

“..een minderjarige zodanig opgroeit, dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd, en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald, of, naar is te voorzien, zullen falen.. “

Klinkt alsof er echt sprake moet zijn van ernstige problemen en onwillige of onmachtige ouders en kinderen toch? In de praktijk blijkt echter dat kinderen steeds vaker uit voorzorg onder toezicht worden gesteld van Jeugdzorg, of vanwege een lastige omgangsregeling met de niet verzorgende ouder, of vanwege twee ouders die niet goed met elkaar communiceren.

Ouders hebben vaak pas te laat door dat richting een ots wordt gekoerst, bijvoorbeeld vanuit de gedachte “ laat maar komen, ik heb toch niks te verbergen”, of men beseft zich niet welke consequenties een ondertoezichtstelling en toegewezen gezinsvoogd met zich mee kunnen brengen.

Natuurlijk, er zijn ook crisissituaties die een ondertoezichtstelling (en/of een uithuisplaatsing) meer dan rechtvaardigen, maar voor de ouders die op zoek naar hulp voor hun kinderen, die in een web van overijverige zorgprofessionals terecht zijn gekomen, heb ik de volgende tips om een ongewenste ots te voorkomen:

Tip 1: Hou de betrokken instanties te vriend

Zoals het bekende gezegde luidt: met honing bereik je meer dan met azijn. Geef de instanties (Jeugdzorg / Veilig Thuis / Raad voor de Kinderbescherming) het gevoel dat je ze serieus neemt, dat je bereid bent overal je medewerking aan te verlenen. Ga niet in de verwijtende of verdedigende rol. Slecht spreken over de andere ouder, of meldende instantie, heeft een averechts effect. Je zult worden weggezet als onwelwillend en kwaadsprekend, en er zal worden aangenomen dat je je frustratie niet bij de kinderen vandaan kunt houden, en ze er dus mee belast. Bij kwaadspreken over de andere ouder wordt al snel het stempel “vechtscheiding” geplaatst met alle gevolgen van dien.

Tip 2: Regel concrete hulp in een vrijwillig kader

Een vereiste voor een ots is dat hulpverlening in het vrijwillig kader is mislukt, of zeer waarschijnlijk zal mislukken. Als je als ouder een ondertoezichtstelling wil voorkomen doe je er dus goed aan om zelf aantoonbaar opties voor hulpverlening aan te dragen. Schakel een kinderpsycholoog in of een gezinscoach, regel traumaverwerking voor jezelf, probeer samen met de andere ouder een cursus aan te gaan als “ouderschap blijft”, zorg voor begeleiding op school: het zijn slechts een paar voorbeelden van hulp die je zelf kan proberen op te zetten, en waarmee kan worden aangetoond dat een gezagsbeperkende maatregel zoals een ots (nog) niet onvermijdelijk is.

Tip 3: Ontken niks, maar praat mee

Iedere ouder maakt wel eens een foutje, maar als je toch al onder het vergrootglas ligt van de jeugdbescherming dan kan zo’n foutje je duur komen te staan en wordt een mug een olifant. Belangrijke tip is om ruiterlijk toe te geven dat het wellicht inderdaad niet zo handig was om te dreigen met eenzame opsluiting als straf, of met het uit de auto zetten langs de snelweg, of het geven van een “corrigerende” tik. Dat het is gebeurd uit onmacht, maar dat je dat nooit meer zal overkomen want je hebt tip 2 ter harte genomen.

Tip 4: Schakel een gespecialiseerde jeugdrecht advocaat in

Mochten de eerste drie tips toch niet tot het gewenste resultaat hebben geleid en wordt door jeugdbescherming om een ots verzocht, neem dan contact op met Advocatenkantoor Warmerdam. Wellicht dat interventie van een advocaat de jeugdbescherming nog op andere gedachten kan brengen, en anders kunnen de gespecialiseerde advocaten van Advocatenkantoor Warmerdam je bijstaan om de rechter er van te overtuigen dat aan de strenge criteria van de wet voor een ots niet is voldaan, en het verzoek van de jeugdbescherming moet worden afgewezen of ingeperkt.

Mr. E.B. Warmerdam-Wolfs